
Reisverslag
In november 2018 ben ik met een delegatie naar Noord Irak gereisd. De delegatie bestond uit experts op gebied van vrouwenrechten, economie, Ngo’s en good governance. Het doel van de reis een fact finding mission over de sociaal-economische en politieke situatie in Koerdisch Irak.
We hebben gesproken met twee belangrijkste regeringspartijen van de autonome regio Koerdistan, de PUK en KDP, de Koerdische strijdkrachten Peshmerga, de oppositiepartij Gorran, een vrouwenorganisatie, Ngo’s en de leiding van een vluchtelingenkamp.
Hieronder de belangrijkste bevindingen van de reis vanuit het perspectief van “Good Governance”:
De twee grootste partijen Puk en KDP maken zich vooral zorgen over de lage olieprijzen, het gebrek aan steun van het westen voor de Koerden en de betwiste Koerdische gebieden binnen Irak.
Iraaks Koerdistan is een jonge democratie, maar de regionale overheid functioneert nog lang niet als een volwassen democratie vanwege de dominantie van de twee traditionele politieke partijen. Zij opereren alsof ze zelf overheid zijn in plaats van een onafhankelijke politieke partij.
De regeringspartijen hebben namelijk allebei aan de partij gelieerd overheidspersoneel in dienst en financieren diverse gelieerde instituties, zoals de media en vroeger hun Peshmerga strijdkrachten. Het overheidspersoneel betalen ze uit de olie-inkomsten en aan het hoofd van de partijen staan twee invloedrijke families. Het is daarom onduidelijk of het parlement over de verdeling van de overheidsbegroting gaat of deze twee partijen PUK en KDP.
Feit is dat in Iraaks Koerdistan een groot deel van de bevolking werkzaam is bij de overheid. Jongeren hebben van oudsher de verwachting dat iedereen na een universitaire studie een overheidsbaan kan bemachtigen. Dit was lange tijd de manier om jezelf op te werken in de maatschappij.
Wat beide partijen nu bindt, nadat zij in de jaren negentig in Koerdistan een burgeroorlog uitvochten, is het conflict met de centrale regering over de budgetverdeling. Iraaks Koerdistan heeft conform de afspraken met Bagdad recht op 17% van de olie-inkomsten vanuit Irak, maar veel afspraken worden niet nagekomen door de regering in Bagdad. Zo ook de afspraken over de betwiste gebieden w.o. het olierijke Kirkuk. Maar er is meer aan de hand. De afgelopen decennia zijn Koerden verdreven en de streek is gearabiseerd geworden onder het regime van Saddam Hoessein.
Voor de Koerden kan de huidige zaak niet los gezien worden van de genocides op de Koerden onder het regime van Saddam Hoessein. De bekendste genocide is de chemische aanval op Halabja. De internationale gemeenschap heeft de Koerden meermaals in de steek gelaten, de Koerden willen social justice, erkenning van het onafhankelijkheidsstreven en van de offers die de Koerden hebben gebracht in de strijd tegen IS. Beide partijen zijn overtuigd dat zij een rol in de regering moeten hebben. Het is onduidelijk of de beide partijen ook een oppositierol zouden kunnen innemen vanwege de verstrengeling van de overheid met de partijstructuur.
De jongeren in Iraaks Koerdistan zijn goed opgeleid, maar de jeugdwerkloosheid is groot. Met alleen onderwijs kom je er niet. De lokale jongeren missen vaardigheden en het onderwijssysteem is nog niet goed aangesloten op de wensen van de arbeidsmarkt. Het is lastig om als kleine ondernemers te starten vanwege de specifieke regels die een groot startkapitaal vereisen. Ook lijkt de overheid te wachten op buitenlandse donors en doet ze te weinig aan het stimuleren van de lokale ondernemingen. Grote markten zoals de olie-en energiemarkt evenals de medicijnmarkt zijn in handen van de PUK en KDP.
Er zijn grote kansen voor agrarische sector in Koerdistan, alhoewel de Koerden trotser zouden moeten zijn te zijn op hun lokale producten in plaats van een kantoor-of overheidsbaan te ambiëren. Onder de nieuwe en succesvolle ondernemers zijn veel teruggekeerde Nederlandse Koerden te vinden die een Nederlandse opleiding genoten hebben. Een mooi voorbeeld is de directeur van Kurdsat, een Koerdische Nederlander. Hij heeft vol vuur het “NOS omroep model “ingevoerd binnen zijn organisatie. Alhoewel hij niet onafhankelijk is (en gefinancierd via de PUK), wil hij alle groeperingen binnen bepaalde grenzen aan het woord laten en tegenwicht bieden aan de commerciële media.
In het parlement hebben we een aantal parlementsleden gesproken van diverse groeperingen, Turkmenen, Christenen en de partijen PUK en KDP. De meeste parlementsleden hadden weinig parlementaire ervaring en waren net gekozen en geïnstalleerd.
In het Koerdische parlement is een opgelegd quota voor vrouwen en bepaalde groepen (components). Het is niet alleen de vraag of alle quota’s opgevuld worden met onafhankelijke en competente mensen, maar ook is de vraag hoe het parlement sowieso haar onafhankelijke en controlerende rol kan innemen gezien de invloed van de traditionele partijen op de samenleving. De meeste parlementsleden zijn nl. ook onderdeel van deze partijstructuur. De implementatie van beleid- en regelgeving is daarom een lastig issue vanwege het gebrek aan parlementaire doorzettingsmacht.
In de gesprekken met de politieke partijen is nauwelijks aandacht geweest hoe het parlementaire regelgeving wordt geïmplementeerd of welke doelen zij hebben voor de opbouw van het land. Op lokaal niveau weet men nauwelijks dat er wet- en regelgeving is of “voorzieningen” bestaan voor bijv. vrouwen of behoeftigen.
De bestaande gemeenschappen zijn nu soms kwetsbaarder dan de IDP’s en de vluchtelingen. De Ngo’s kunnen de hulp niet geven vanwege de voorwaarden voor donorhulp. Bijv. Ngo’s moeten zich richten op humanitaire hulp en buitenlandse refugees en mogen niet investeren in opbouw van het land of op ondersteuning van de eigen bevolking.
Irak en Koerdistan hebben heel veel internal displaced persons (IDP’s). IDP’s zijn vluchtelingen uit de door IS bezette gebieden. IS heeft in een groot deel van de Koerdische regio strijd gevoerd, waardoor veel mensen hun woonplaats zijn ontvlucht . De politieke partijen benoemden ook dat het budget te krap is voor de opvang van deze IDP’s. De reden daarvoor zijn o.a. de lage olieprijzen en de olie-inkomsten uit Bagdad die niet worden uitbetaald. De vraag is of gebrek aan geld de enige reden is dat de opvang niet goed van de grond komt.
De NGO’s pakken basale taken op voor gewone burgers in samenwerking met lokale overheden. Ngo’s moeten zich echter houden aan voorwaarden van de donorlanden en kunnen daardoor onvoldoende hulp bieden aan de burgerbevolking en de IDP’s (internal displaced persons) die nodig is. De VN geeft alleen noodhulp aan (buitenlandse) vluchtelingen en niet aan de IPD’s. De donors vinden dat Irak genoeg financiële middelen (olie) heeft om zelf te investeren in opbouw van het land. Wellicht klopt dit, maar het functioneren van de overheid in Koerdistan en Bagdad en de conflicten over de olierijke Kirkuk dragen niet bij aan een voortvarende aanpak.
Eem voortvarende aanpak is nodig omdat een van de grootste uitdagingen van Irak is, het tot stand brengen van verzoening tussen verschillende verdreven groepen zoals o.a. Arabieren, Koerden, Yezidi’s. De ngo’s zien de verzoeningsactiviteiten als het grootste prioriteit om de regio te stabiliseren. Met name de Yezidi’s zijn een groep die veel geleden hebben onder IS. Zij kunnen rekenen op internationale aandacht, maar de re-integratie van IS-vrouwen krijgt minder steun.
Verzoening is nodig bij het verwerken van het oorlogsleed en het voorkomen van een nieuwe voedingsbodem voor IS of andere radicale groeperingen. De kapstok hiervoor is zoals vaak het verbeteren van vrouwenrechten, (het voorkomen van eerwraak, kind-huwelijken en verbeterde traumabehandelingen van misbruikte vrouwen), maar ook de aanpak jeugdwerkloosheid of de re-integratie van IDP’s in de samenleving.
Tenslotte
We hebben Irak onderzocht vanuit het Koerdische perspectief, maar de problemen liggen ook buiten de Koerdische regio in Irak. In de eerste plaats zijn er ook grote problemen in Zuid Irak voor wat betreft water- en energie voorziening. Een gebrek aan basale voorzieningen in de regio kan een nieuwe aanleiding voor IS zijn om aanhangers te werven. Daarnaast zijn de geopolitieke belangen heel divers en is een goed bestuur in Irak en Koerdistan van essentieel belang. Dit is noodzakelijk voor het investeren in het herstel van vertrouwen tussen de bevolkingsgroepen, opbouw van de basisvoorzieningen en het ontwikkelen van de economie los van de oliesector en / of de traditionele partijpolitiek, zoals die o.a. in Koerdistan is ontstaan. Hierbij zijn de economische kansen van jongeren essentieel om de voedingsbodem voor radicalisme te verminderen.

De Koerdische overheid dient daarom betrouwbare internationale ondersteuning te krijgen, omdat de geopolitieke machten (Iran, Turkije etc… ) grote druk uitoefenen om de regio te destabiliseren. Een regio waar economische kansen aanwezig zijn, maar nieuw gevaar van de radicalisering op de loer ligt.
Meer lezen