Voor de D66 campagne ben ik samen met Meltem gaan flyeren in Amsterdam Oost.
We hadden een paar leuke gesprekken met mensen die vaker op D66 stemden, maar nu nog even twijfelden. We hebben een aantal mensen zeker over de streep getrokken. Want wie wil er nu niet op een leuke kandidaat stemmen (Meltem staat op nr. 11 en ik op nr. 32). Daarnaast hebben we gesproken met veel andere mensen over onder meer de woningnood en de erfpacht.
Sommige mensen zeiden dat ze niet gingen stemmen. Soms zelfverzekerd, maar ook wel eens nors en teleurgesteld. En soms kun je dan niet meer doen dan mensen een fijne dag te wensen.
Wij gingen verder met het aanspreken van het publiek. Meltem en ik spraken met andere voorbijgangers over de resultaten van Meltem in de gemeenteraad met betrekking tot de dak- en thuislozen en voor betere zorg voor mensen met een beperking. Eén van de norse niet-stemmers luisterde mee en begon toch een gesprek met mij. Hij vertelde mij dat hij niet kon stemmen, want hij kon niet lezen. En dan mag niemand hem helpen in het stemhokje. Ik was even van slag, want ik had deze opmerking niet verwacht. De man zat in een rolstoel, maar dat was dus niet zijn grootste beperking.
Er zijn regels dat lichamelijke beperkte mensen ondersteuning kunnen vragen bij het stemmen, maar laaggeletterde en/of mensen met een licht verstandelijke beperking mogen volgens de kieswet geen hulp ontvangen in het stemhokje.
Wat me opviel was dat hij zijn beperking pas met ons wilde delen toen hij ons hoorde praten over de zorg voor mensen met een beperking.
D66 in Amsterdam wil komende jaren laaggeletterdheid aanpakken. We moeten daarin een stapje verder gaan en in de toekomst ook onze laaggeletterde inwoners begeleiden bij het stemmen. Hoe kan je voor je rechten opkomen als je niet mag stemmen? Maatschappelijke en politieke participatie is namelijk een recht van ieder mens.